Kerk van Sainte-Foy (Eglise Sainte-Foy)

" Niet te missen in Sélestat is deze prachtige kerk uit de 12e eeuw, waarvan de architectuur meer doet denken aan Lotharingen en Bourgondië dan aan de Rijnromaanse kunst. "

De kerk van Sainte-Foy is een belangrijk onderdeel van de romaanse route door de Elzas en is een van de oudste gebouwen van de stad. Ze is sinds haar bouw in de 12e eeuw niet onaangetast gebleven.

Hildegarde de Buren, overgrootmoeder van keizer Frederik Barbarossa, stichtte hier in 1087 een kapelletje en schonk het in 1094 aan de abdij van Sainte-Foy in Conques, Rouergue. Enkele monniken kwamen zich later in Sélestat vestigen. Zij hadden al snel te weinig ruimte en begonnen in de 12e eeuw met de bouw van de priorij Sainte-Foy.

In de 17e eeuw werden zij vervangen door een jezuïetengemeenschap die de kerk opnieuw in barokstijl inrichtte, voordat de Duitsers aan het einde van de 19e eeuw tussenbeide kwamen.

De architect Charles Winckler, die belast was met de restauratie, verwijderde het werk van de Jezuïeten en herstelde de kerk in haar oorspronkelijke vorm, maar voegde twee typisch Germaanse torenspitsen toe aan de voorgevel.

De crypte onder het transept is overgebleven uit de kerk van Hildegard de Buren. Daarin kan een vreemde afgietsel worden ontdekt van een dodenmasker dat tijdens werkzaamheden in de crypte in 1893 werd gevonden. Over de identiteit van de persoon van wie het afgietsel afkomstig is, is veel gespeculeerd. Zou het Hildegard of haar dochter kunnen zijn? Het is moeilijk te zeggen. Daarom wordt het "Het mooie onbekende van Selestat" genoemd.

Hedendaags werk in koor: Volante VI & Volante VII van Fabrizio Corneli. Je moet de schakelaars aan weerszijden van het altaar indrukken om het te zien.